Stefan en Valerie ~ liefdestalen

Fotocredits: Karolina Grabow.

Eindelijk heeft Stefan een vriendinnetje: Valerie. Ze kunnen het goed met elkaar vinden. Ze zien elkaar zo’n twee keer in de week. Stefan schiet in de stress wanneer Valerie jarig is, wanneer het zes maanden geleden is dat hij en Valerie voor het eerst gezoend hebben, met Valentijnsdag, of wanneer ze hem al een paar keer spontaan iets cadeau heeft gedaan. Zijn beste vriend Rick zei pas nog dat er wel vijf liefdestalen zijn, talen om te laten merken dat je iets voor iemand voelt.

“Rick, waarom vijf liefdestalen? Is het niet genoeg dat ik gek op haar ben en altijd wel bij haar wil zijn?”

“Ik heb het niet verzonnen, Stefan. Het is geloof ik, cadeaus geven, lieve woordjes zeggen, een klusje voor haar doen, elkaar aanraken en tijd met elkaar doorbrengen.

Stefan vraagt het zijn moeder. “Mam, wat vind jij van Valentijnsdag? Is dat niet gewoon een commerciële truc?”

“Ik zie het niet als een truc. Het is een extra manier om “ik hou van jou” te zeggen. Je kunt er mee laten zien dat je moeite voor Valerie doet en het is het mooiste om iets persoonlijks te laten doorschemeren in wat je gekozen hebt voor haar. Dus niet een romantisch cadeau geven dat voor elke vrouw geschikt is, maar een Van-Stefan-Voor-Valerie-Cadeau geven. Dat kan ook een kaart met een gedicht of een liefdesboodschap zijn.”

“Dat klinkt ingewikkeld, mam.”

“Je weet toch wel dat de man van Marjorie, Dick, autisme heeft? Je kunt beter niet doen wat hij deed. Ze zijn nu al een tijdje uit elkaar maar toen ze nog verkering hadden, gaf hij haar ieder jaar net zo veel rozen als ze jaren oud werd. Hij vond dat een heel romantisch cadeau. Marjorie vond het maar stom. Echt stom om op je verjaardag al te weten hoeveel rozen je volgend jaar gaat krijgen. Een stukje verrassing hoort ook bij een cadeau.”

“Maar mam, ik vind het zo lastig. Ze zeggen altijd dat vrouwen houden van bloemen, chocolade en parfums. Klopt dat dan niet? “

“Dat klopt wel. Sommige vrouwen kopen geen luxe cadeaus voor zichzelf. Ze vinden het leuk om die te krijgen. Ze verwachten het zelfs. Dus daarom koop je geen familiedoos bonbons maar een luxe doosje. Papa heeft ooit chrysanten voor me gekocht omdat de bloemist geen rozen op voorraad had. Hij had beter niets kunnen kopen, maar ja, je vader wist toen nog niet dat ik een hekel heb aan chrysanten. En vrouwen vinden het leuk om te merken dat een man geld aan hen besteedt. Dus dan is parfum, lingerie of een sieraad ook een mooie keus. Ik heb nog steeds het kettinkje dat Mark, mijn vakantievriendje, me ooit gaf. Heel frêle en in goud met turkoois blauw. Zo mooi.”

“Mam, dat lijkt me leuk, Valerie een kettinkje geven. Dat heeft wel waarde. Maar wat voor eentje dan?”

“Klopt het dat Valerie meestal bescheiden sieraden draagt? Een mooi hangertje aan een kettinkje is misschien wel mooi. Dat draagt ze op haar huid. Een kettinkje is niet zo symbolisch als een ring maar toch wel heel mooi, als je het mij vraagt.”

“Zou Valerie een hartje mooi vinden, mam? Of is dat een beetje cliché?”

“Hoe persoonlijker, hoe leuker, Stefan. En persoonlijk kan dan over haar gaan, over jou gaan of over jullie samen gaan. Als ze gek is op dolfijnen of vlinders, dan kun je zo’n hangertje geven. Ze weet vast dat jij gek op Bagheera uit het Junglebook bent. Misschien kun je wel een hangertje van een panter vinden?

Of iets wat staat voor jullie samen, wat alleen jullie begrijpen. Jullie hadden toch jullie eerste date in de ijssalon? Dan koop je een ijsje als hangertje voor Valerie. Of, weet je, veel geliefden geven elkaar koosnaampjes, zoals beertje, poesje, tijgertje. Daar zijn vast ook hangertjes van te vinden.

Of kijk wat voor sieraden de vriendinnen van Valerie dragen. Dat is ook slim. Toen ik verkering met je vader had, kreeg ik van hem een kettinkje met een rond bedeltje met zijn naam erop. Ik had het hem toegefluisterd dat ik dat wilde, omdat mijn vriendinnen dat ook hadden. Ik was ontroerend blij dat hij voor mij naar de juwelier was geweest. Het was zo’n teder moment toen hij het me gaf en toen hij het heel teder om mijn nek hing en het slotje sloot.”

Karen den Dekker